- Inleiding
De wetgever beoogt met het wetsvoorstel voor klokkenluiders om maatschappelijke misstanden te ontdekken en op te lossen. In tegenstelling tot de Verenigde Staten, heeft Nederland tot op heden geen wettelijke regeling voor klokkenluiders.[1] Zowel publieke- als particuliere organisaties kunnen zelfstandig interne procedures opstellen om het medewerkers mogelijk te maken misstanden aan de kaart te stellen. Het probleem is echter dat als een medewerker een misstand meldt, de gevolgen voor deze medewerker groot kan zijn. In het wetsvoorstel wordt verwezen naar de ‘bekende’ klokkenluiders die onder meer misstanden aan het licht hebben gebracht, zoals incidenten in de bouwwereld, bij defensie en de kernreactor in Petten (klokkenluiders noemen in voetnoot). Het melden van de misstanden hebben voor deze klokkenluiders onder meer grote arbeidsrechtelijke- en financiële gevolgen gehad. Gezien het wetsvoorstel staan zij dan ook symbool voor de slechte situatie waarin een klokkenluider zich kan verkeren (link Volkskrant via wiki).
De wetgever heeft met dit wetsvoorstel in elk geval dit belang voor ogen: het aan de kaart brengen van een misstand is essentieel en zal moeten prevaleren. Een organisatie zal dit belang ook moeten onderkennen. Het steken van tijd, geld en energie in het arbeidsconflict, dat zeer waarschijnlijk ontstaat met de klokkenluider, zal bijzaak worden.
Ik zal in deze blog ten eerste ingaan op de kernpunten van het wetsvoorstel, zoals de taken en bevoegdheden van het Huis voor Klokkenluiders. Vervolgens zal ik een situatieschets geven van de risico’s die een financiële onderneming kan hebben naar aanleiding van deze regeling. Tot slot zal ik aanbevelingen doen om deze risico’s zo veel mogelijk weg te nemen of te beperken.
- De kernpunten van het wetsvoorstel
Het wetsvoorstel beoogt een wettelijke procedure op te maken voor het aan het licht brengen van misstanden binnen een organisatie. De wetgever probeert op deze wijze één regeling tot stand te laten komen voor zowel publieke- als particuliere organisaties. Het is voor deze organisaties echter wel vereist om een interne meldingsprocedure te hebben. Artikel 2 van het wetsvoorstel beoogt om dit vereiste wettelijk vast te leggen.[2] De klokkenluider word echter niet verplicht om een misstand eerst volgens de interne procedure te melden. Hierdoor worden interne procedure die de ‘eerste melding’ wel voorschrijven en de huidige stand van zaken in de jurisprudentie naast zich neergelegd.[3]
Daarnaast beoogt het wetsvoorstel om arbeidsrechtelijke- en financiële bescherming te bieden aan klokkenluiders. De arbeidsrechtelijke bescherming zal juridisch worden vormgegeven door het feit dat een klokkenluider in beginsel niet ontslagen mag worden als de klokkenluider een misstand meldt of als er een onderzoek plaatsvindt naar aanleiding van de melding.[4] Ook mag de klokkenluider op geen andere wijze benadeeld worden.[5]
De financiële bescherming wordt ook vorm gegeven door het instellen van een Fonds voor klokkenluiders. Het wetsvoorstel beschrijft voorbeelden, zoals kosten voor juridische procedures, sociaalpsychologische hulp en inkomensschade.[6]
- Wanneer is er sprake van een misstand?
Al in de jurisprudentie is het begrip ‘misstand’ gerelativeerd (uitspraak Hof A’dam). In het wetsvoorstel wordt een (vermoeden van een) misstand ook genuanceerd gebracht: een misstand betreft een ernstige schending van het maatschappelijk belang en/of een schending van de integriteit van een organisatie.[7]
Ernstige schending van het maatschappelijk belang + integriteit = Voor de financiele sector zal het begrip integriteit een ruime reikwijdte hebben, gezien de bepalingen uit de Wft en de leidraden van de toezichthouders. Als de toezichthouders uitgaan van een risk based benadering (in tegenstelling tot de principle based benadering van de wft), dan zal de reikwijdte van de klokkenluidersregeling ook vergroot worden.
[1] Whistleblowers Protection Act 1989.
[2] Wetsvoorstel Wet Huis voor Klokkenluiders, Kamerstukken II 2012/13, 33 258, nr. 7, pag. 7.
[3] Wetsvoorstel Wet Huis voor Klokkenluiders, Kamerstukken II 2012/13, 33 258, nr. 7, pag. 8, artikel 4.
[4] Wetsvoorstel Wet Huis voor Klokkenluiders, Kamerstukken II 2012/13, 33 258, nr. 7, pag. 9, artikel 5.
[5] Wetsvoorstel Wet Huis voor Klokkenluiders, Kamerstukken II 2012/13, 33 258, nr. 7, pag. 17.
[6] Wetsvoorstel Wet Huis voor Klokkenluiders, Kamerstukken II 2012/13, 33 258, nr. 7, pag. 5.
[7] Wetsvoorstel Wet Huis voor Klokkenluiders, Kamerstukken II 2012/13, 33 258, nr. 7, pag. 3.